“We willen geen casussen meer, maar echte praktijkopdrachten.”
Een gesprek over de toekomst van het werkveld en de ’the gap” tussen opleiding en praktijk. Met Frank Thuss, docent bij de opleiding Learning & Development in Organisations aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en oud-student Nicky Treuren, nu learning specialist bij RMMBR.
Op de webpagina van de opleiding staan een aantal interessante cijfers:
- 60% van de grote bedrijven heeft een L&D afdeling
- 93.000 actieve L&D specialisten in Nederland
- 14.900 verwachte vacatures in 2022
- 30% meer vacatures in 2018
De toekomst van het vak ziet er rooskleurig uit!
Frank: Dat kun je wel zeggen! Wij zien enorm veel nieuwe vacatures op L&D vlak. Er is veel vraag naar kennis. Dat kan goed te maken hebben met de pandemie; er is sindsdien nog meer vraag naar online leren en online opleidingen. Dingen moeten nou eenmaal anders en dat realiseren bedrijven zich ook. Ook spelen technische ontwikkelingen mee in de groei van het vakgebied. Denk aan augmented reality en virtual reality, hier gaat nog veel mee gebeuren.
Nicky: Wij merken het ook. Veel organisaties hebben vraag naar e-learning. Trainingen die voorheen fysiek werden gegeven, worden nu digitaal opgepakt. Na een paar voorzichtige stapjes zien de meesten er wel kansen in op de lange termijn. Niet alles hoeft en kan gedigitaliseerd te worden, maar de ontwikkelingen op technisch vlak staan niet stil en daar kunnen we vanuit leerperspectief nog wel meer mee.
Frank: Ik denk daarom dat het ook belangrijk is dat deze online kant van het werkveld een groter onderdeel wordt binnen de opleiding.
Ontstaat er vanwege de digitalisering een ‘gap’ tussen opleiding en werkveld?
Frank: In de ideale wereld is er natuurlijk geen ‘gap’ tussen opleiding en werkveld, maar probeer dat maar eens te voorkomen. Als je de opleiding vergelijkt met rijlessen, dan leren wij de studenten te rijden op de koninklijke weg. In de praktijk ga je ook niet-bestrate wegen tegenkomen, of een met kuilen en gaten. Neem het ontwerpen en ontwikkelen van leerinterventies, daarbij gebruiken we een heel stapsgewijze aanpak. Dit is heel traditioneel en in de praktijk gaat het nooit precies op die manier. Toch leren wij het onze studenten zodat ze een houvast hebben. Als je de koninklijke weg kent, kun je daar altijd op terugvallen en de aanpak waar nodig aan jouw situatie aanpassen.
Nicky: Je kunt iemand ook niet alles aanleren natuurlijk. De opleiding geeft je een goede basis en je leert verder in de praktijk. Zo leer je tijdens de opleiding bijvoorbeeld wel hoe een didactisch concept tot stand komt, maar niet hoe je dat vervolgens vertaalt in de teksten van een e-learning.
Frank: De opleiding is ook breder dan dat natuurlijk. Je stipt vaak wel iets aan of geeft iets op basisniveau mee, maar we moeten we onze tijd en aandacht verdelen over de drie rollen: de ontwerper/ontwikkelaar, de trainer/coach en de adviseur. De studenten worden op alle drie de rollen voorbereid en kunnen na afronding van de opleiding dus breed ingezet worden in het werkveld. Als we een e-learning developer opleiding hebben, dan zouden we veel meer kunnen doen. Dat zijn de dingen die nu nog niet in de opleiding geborgd zijn.
Hoe komen de drie rollen terug in de opleiding Learning & Development in Organisations, of Opleidingskunde?
Frank: Dat hangt er een beetje vanaf of je de opleiding in deeltijd of voltijd doet. De volledige deeltijdopleiding is ingedeeld in acht modules van een half jaar. In iedere module staat een thema centraal. In het eerste jaar zijn die verbredend, denk aan hbo-vaardigheden zoals onderzoeken en presenteren. Daarna wordt er kennisgemaakt met de drie rollen. In het tweede jaar gaan we al echt aan de slag met het ontwikkelen en ontwerpen van een blended leeromgeving en kruipen de studenten daarna in de rol van adviseur. In het derde jaar kunnen ze ervaring opdoen met de trainer/coach rol. Het volgende jaar van de opleiding wordt door de student zelf ingevuld met keuzemodules en daarna studeren ze af. In dat laatste halfjaar doet de student onderzoek naar een echt probleem bij een opdrachtgever en wordt op basis daarvan een echt beroepsproduct ontwikkeld.
Nicky: Dat is ook het leuke aan deze opleiding, we werkten altijd met opdrachten van bedrijven uit de praktijk.
Frank: Precies, daar zit ook een filosofie achter. We willen in principe geen casussen meer, we willen vooral praktijkopdrachten doen. De modulaire opbouw van de opleiding waarbij we zoveel mogelijk samenwerken met bestaande opdrachtgevers maakt een stage ook overbodig. Dit laatste is een verademing voor deelnemers van de deeltijdopleiding die al jaren werkzaam zijn in het veld. Zij kunnen de opdrachten op hun eigen werkplek uitvoeren.
Hoe zien jullie die wisselwerking tussen een onderwijsinstelling en het bedrijfsleven?
Frank: Die wisselwerking is heel belangrijk. Wij leiden op voor de praktijk en die praktijk is onze spiegel: leiden wij wel op voor de juiste praktijk? Juist door samen te werken kunnen wij de ‘gap’ ook verkleinen. De link met de praktijk is dus essentieel, zonder bedrijven met opdrachten voor ons kunnen wij geen onderwijs meer geven. We willen dat studenten met alle verschillende perspectieven kennismaken. Hoe is het om intern te zitten? Hoe is het om samen te werken? Het L&D vak is heel breed en door bijvoorbeeld gastcolleges zie je de verschillen tussen werkzaam zijn aan bureauzijde en klantzijde.
Nicky: Die gastcolleges zijn echt van toegevoegde waarde. Het heeft mij de kans geboden om te zien hoe wat je leert in de module zich vertaalt in de praktijk. En zo ben ik ook bij RMMBR terechtgekomen. Tijdens mijn opleiding gaf Kirsten, de CEO van RMMBR, een gastcollege over online leeroplossingen voor organisaties. Dit vond ik superinteressant en het sloot ook goed aan op mijn minor Leren en veranderen met technologie. Uiteindelijk heb ik een afstudeerplek gekregen bij RMMBR en ben ik nooit meer weggegaan.
In hoeverre sloot de opleiding aan bij het werk in de praktijk?
Nicky:Door die gastcolleges leer je verschillende soorten werkplekken kennen en leer je eigenlijk ook welke uitdagingen horen bij de verschillende soorten werkzaamheden en dat is denk ik heel waardevol. En ook mooi meegenomen: je kan je op die manier ook nadenken over waar je zelf zou willen werken. Bij RMMBR heb ik zowel de rol van ontwerper/ontwikkelaar als adviseur. Ik denk mee in leeroplossingen en het vertalen daarvan naar e-learning. Klanten komen met een vraag en op basis van de inhoud kijken we wat de beste oplossing is. Dat is in de kern ons werk: inhoud vertalen naar de juiste werkvormen in digitale leeroplossingen. Na verloop van tijd ben ik er ook projectmanagement bij gaan doen. En bij RMMBR is het eigenlijk zo dat iedereen vanuit zijn of haar expertise een adviesrol heeft naar de klant toe.
Frank: En zo zien wij het ook. Wij geloven in de synergie tussen de drie rollen. Je kan niet één ding zijn. Als startbekwame L&D specialist kun je op alle drie de rollen beginnen.
Hoe zou de samenwerking tussen opleiding en praktijk er in de toekomst uit kunnen zien?
Nicky: Ik wil laten zien dat wij betrokken zijn bij het onderwijs en het onderwijs betrokken is bij ons.
Frank: Ik denk soms wel, hoe mooi zou het zijn om werkervaring te delen met studenten. Niet in een gastcollege, maar uitgebreider. Ik ben ook benieuwd naar andere, mogelijke vormen van samenwerken met het bedrijfsleven. Ik zou organisaties zoals RMMBR veel meer een inhoudelijke rol willen geven in wat wij doen. Dat kan in de initiële opleiding zijn, maar ook in een post-hbo traject. Daar word ik als docent enthousiast van.
—Frank Thuss is sinds 2016 docent bij de opleiding Learning & Development in Organisations bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), voorheen bekend als Opleidingskunde. Daarvoor was hij adviseur op het gebied van leren met ICT en werkzaam als e-learning specialist. Die ervaring nam hij mee naar de HAN: Frank geeft vooral vakken over het ontwerpen en ontwikkelen van blended leertrajecten.